De republiek Tanzania is het grootste land in de oostelijke regio van Afrika. Qua oppervlakte is Tanzania net zo groot als België, Frankrijk en Duitsland samen! Het prachtige Tanzania ligt aan de Indische Oceaan, waar ook de eilanden Pemba en Zanzibar te vinden zijn. Tanzania is een populair vakantieland vanwege de safari’s waar je de “Big Five” kunt spotten, de hoge bergen met besneeuwde toppen en mooie bounty-stranden. In dit artikel delen we daarom de Top 4 mooiste bezienswaardigheden die je in Tanzania kunt bezoeken.
1. Serengeti Nationaal Park
Het Serengeti Nationaal Park is een van de grootste nationale parken in Tanzania en het park ligt voor een gedeelte ook in buurland Kenia. In het Serengeti Nationaal Park lopen miljoenen wilde dieren rond. De beste tijd om het Serengeti Nationaal Park te bezoeken is tussen oktober en mei, want in deze periode vindt de “great migration” plaats. Tijdens deze migratie jagen roofdieren namelijk gnoe’s (oftewel wildebeesten) en zebra’s achterna en deze tochten geven een adembenemend zicht op de grote aantallen dieren die in het park leven. Verder kun je in het Serengeti Nationaal Park ook onder andere cheeta’s en natuurlijk de Big Five (buffel, leeuw, luipaard, neushoorn en olifant) spotten. Wil je op rondreis in Tanzania dan is de Serengeti veruit het mooiste park om te bezoeken.
2. Kilimanjaro (hoogste berg in Afrika)
De Kilimanjaro heeft drie bergtoppen. Alle drie de bergtoppen van Kilimanjaro zijn vulkanen, maar de laatste keer dat een van deze vulkanen is uitgebarsten, is alweer 100.000 jaar geleden. De hoogste top (Kibo) is 5895 meter hoog en heeft een krater met een diepte van wel 20 meter.
Aan de voet van de Kilimanjaro ligt een stuk savanne en tot 1400 meter hoogte is de berg enorm vruchtbaar, waardoor er hier veel gewassen groeien. Vanaf 1800 meter kom je een bos tegen dat zeer dichtbegroeid is, maar na 3000 meter hoogte groeit er nog nauwelijks iets op de Kilimanjaro. Uiteindelijk vind je aan de top van de berg ijs en sneeuw.
Liefhebbers van bergbeklimmen kunnen hun hart ophalen op de Kilimanjaro en er zijn verschillende klimroutes. De Marangu route vereist bijvoorbeeld geen bijzondere klimspullen en is daardoor niet zo moeilijk. Dit maakt deze route ook geschikt voor de minder ervaren bergbeklimmer. Toch moet je de Kilimanjaro beklimmen niet onderschatten, want de zuurstofdruk aan de top is erg laag. Daarnaast is het hoogste puntje van de Kibo vele malen hoger dan de Alpen. Zou je de Kilimanjaro toch willen beklimmen? Zorg er dan voor dat je genoeg acclimatiseert en dat je lichaam in topconditie is om deze grote klim aan te kunnen.
3. Ngorongoro krater
In Tanzania is de grootste vulkaankrater ter wereld te vinden, namelijk de Ngorongoro krater. De naam is afkomstig van het gelijknamige reservaat waarin de krater ligt, het Ngorongoro reservaat. De krater heeft een doorsnede van ruim 18 km, maakt sinds 1951 onderdeel uit van het Serengeti National Park en vanaf 1978 staat de krater tevens op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Rondom de krater wonen de Masai, een nomadisch volk. Verder leven ongeveer 30.000 dieren in het reservaat rondom de krater en dit maakt het gebied een van de dichtbevolkte gebieden ter wereld met wilde dieren.
30.000 jaar geleden is de vulkaan Ol Doinyo Lengai uitgebarsten en uit de as is het fenomeen “shifting sands” ontstaan: een duin van ongeveer honderd meter lang en negen meter hoog. De duin heeft zijn naam te danken aan het feit dat hij ieder jaar ongeveer 17 meter naar het oosten verschuift.
4. Lake Victoria
In noord-westelijk Tanzania ligt Lake Victoria, omgeven door buurlanden Kenia en Uganda. Lake Victoria is door ontdekkingsreiziger en officier John Hanning Speke vernoemd naar de Engelse koningin Victoria. Het Victoriameer is het grootste meer van Afrika en behoort tot een van de grootste zoetwatermeren in de wereld. Qua oppervlakte is het net zo groot als Nederland en België samen en het meer ligt zo’n 1,1 km boven zeeniveau. Binnen het meer zijn tientallen eilanden te vinden en het water is afkomstig van andere rivieren en regenwater.
Verder zijn er in het meer ook allerlei vissoorten te vinden. Vijftig jaar geleden bestond de vispopulatie voor 80% uit cichliden, maar dit aantal is vandaag de dag teruggelopen tot slechts 1%. Deze grote terugloop komt door de nijlbaars, die door de bevolking uitgezet is in het meer. De nijlbaars gebruikt de cichliden namelijk als voedselbron. Daarnaast zijn er helaas ook veel vissen gestorven door het dumpen van chemisch afval in het meer, waardoor het zuurstofgehalte van het water gedaald is.