In de kelder van het huis staat een houten luik open dat naar een nog dieper gelegen, donkere ruimte leidt. Ik loop voorzichtig langs het luik en daal voetje voor voetje af langs de smalle, uitgehouwen treden. Als mijn ogen aan het halfduister gewend zijn ontwaar ik vaag de contouren van een aantal objecten. Het blijken reusachtige hammen te zijn die daar hangen te drogen. Ik volg de gastvrouw naar een ruimte waar het lichter is en zie vier reusachtige wijnvaten staan. Welkom in Slovenië!
Waar in Nederland de kelder een plaats is voor vocht, rommel en spinnenwebben, viert de wijn hoogtij in Slovenische kelders. Een wijnkelder is de fundering van elk huis, wordt mij verzekerd. Samen met een schaal prosciutto (ham) genieten we van een heerlijk glas wijn. De toon is gezet! Slovenië maakte vroeger deel uit van Joegoslavië, maar werd in 1991 een soevereine staat. Het land ligt ingeklemd tussen Oostenrijk, Italië, Kroatië en Hongarije.
Wie met de auto naar Kroatië reist, kan bijna niet om Slovenië heen. De kustweg langs de Adriatische zee, van Italië naar Kroatië, markeert het enige stukje kust dat Slovenië rijk is. Het land, dat de inwoners zelf de ‘vergeten hemel’ noemen, biedt echter zo’n onverwachte schat aan cultuur, landschapsvormen, natuurschoon en andere verrassingen, waardoor je je afvraagt hoe het mogelijk is dat Slovenië zo onbekend is bij vakantiegangers. De ontdekkingstocht die ik onlangs met een aantal collega’s maakte, begon in het westen en ging vervolgens naar het noordoosten alvorens weer naar Ljubljana te voeren voor de terugvlucht.
De stad Koper ligt in het zuidwesten van Slovenië. Vanuit de enige handelshaven van Slovenië kijk je vanaf Socerb Castle bij helder weer naar Venetië en Triest. Het Titoplein in het centrum is een mix van stijlen, de kathedraal bevat kunstwerken van Venetiaanse meesters en wie de 204 treden van de klokkentoren van de kathedraal heeft beklommen is zeker van een onvergetelijk utzicht. Bij het VVV kantoor is een rondwandeling in het Nederlands verkrijgbaar. Het is opvallend om te constateren dat veel restauranthouders zelf hun producten verbouwen of ze bij producenten uit de directe omgeving kopen. De jonge chefkok/eigenaar van Domacija Butul in Koper, waar wij de lunch gebruiken, haalt 75 procent van de groenten en kruiden uit eigen tuin. In het najaar zoekt zijn hond truffels en de vis wordt aangeboden door vissers uit het dorp.
De Vipava vallei waar we doorheen rijden is één van de belangrijkste wijnbouwgebieden van Slovenië, maar je ziet hier ook veel kersenteelt. In het dorpje Vrhpolje bewonderen we een mozaïek in de kerk van St. Primus, dat door het handjevol dorpelingen zelf is betaald. Als we weer naar buiten stappen worden we onverwacht voor een hapje en drankje uitgenodigd door een buurtbewoonster die een kleine camping beheert. ‘’Het staat hier altijd vol met Nederlanders’’, vertelt ze trots. Vanuit onze overnachtingplaats in Cerkno bezoeken we één van de meest belangrijke historische monumenten in Slovenië: het clandestiene Partizanen hospitaal Franje uit de 2e Wereldoorlog. Over kleine paadjes werden tussen de herfst van 1943 en het einde van de oorlog, 578 gewonden in het diepste geheim naar de hoog in de bergen gelegen houten barakken gebracht. Dit Unesco Werelderfgoed is zeer indrukwekkend. www.muzej-idria-cerkno.si.
We vervolgen onze weg naar het plaatsje Idrija, waar we afdalen in de krochten van een kwikmijn, waar de geschiedenis van 500 jaar kwikwinning tot leven komt. www.rzs-idrija.si. Terwijl de mannen in de mijn werkten, ontwikkelden de vrouwen hun eigen kantklospatronen. De mijn is leeg, maar Idrija is nu bekend om het kant dat nog steeds gemaakt wordt. Na Idrija zetten we koers naar het groene karstlandschap van Slovenië. Bij een karstlandschap is de kalksteenoppervlakte aangetast door het regenwater en dit veroorzaakt typische landschapsvormen en kenmerken. De natuur in Idila Park, waar we overnachten is ruig en indrukwekkend. In het plaatsje Bloke maken we kennis met de Nederlandse bioloog Paul Veenvliet en zijn vrouw Jana. Het biologenechtpaar leidt belangstellenden rond in dit gevarieerde natuurgebied waar onder meer diverse orchideeënsoorten groeien.
,,Toen ik vorige week hier met mijn hond liep, zag ik in de verte een beer’’, vertelt Paul. ,,Gelukkig luisterde mijn hond deze keer naar me en kwam hij meteen, toen ik hem riep. De beren die hier leven gaan doorgaans weg als je geluid maakt’’. Na deze geruststellende woorden is het tijd om de wereld beneden ons te onderzoeken. We dalen af in één van de duizenden grottenstelsels van dit land. In de Križna jama grot krijgen we een paar rubberlaarzen en een lamp. We volgen de gids over een smal paadje en bewonderen de druipsteenformaties. Halverwege de route staat een vitrine met daarin het skelet van een holenbeer die vroeger in deze grotten leefde. In deze grot overvalt me wederom de overweldigende grootsheid van de natuur. Na een tochtje in een rubberboot over het onderaardse meertje zoeken we het daglicht weer op. www.krizna-jama.si.
We laten het westelijk deel van Slovenië achter ons en zetten koers naar het noordoosten: de regio Pomurje. Slovenië is half zo groot als Nederland, dus de afstanden zijn redelijk te overbruggen over goede wegen. Pomurje grenst aan Oostenrijk en Hongarije, de bergen nemen hier een prominente rol in. Pomurje heeft naast wijngaarden ook talloze eco-boerderijen, maar staat vooral bekend om de productie van pompoenzaadolie. We wagen ons aan een pompoenzaadolieproeverij en komen tot de conclusie dat dit een fijne nootachtige smaak heeft. De vergezichten in dit gebied zijn wonderschoon, vroeger werd de wijn op terrassen verbouwd waardoor het landschap er apart uitziet.
We belanden in het dorpje Jeruzalem. Het verhaal gaat dat langstrekkende pelgrims indertijd het stadje zo mooi vonden dat ze de plek Jeruzalem hebben genoemd. Het kleine kerkje, waaromheen allerlei verhalen de ronde doen uit de tijd dat de Turken de streek bezetten, domineert het dorp. Het gebied rondom Jeruzalem is immens populair bij mountainbikers. Er zijn talloze routes uitgezet. In Slovenië zijn diverse overnachtingsmogelijkheden, variërend van vijfsterrenhotels, via campings en ingerichte tenten tot particuliere kamerverhuurders. Meer informatie is te vinden op www.mijnslovenie.com.
1 reacties
Wij zijn dit jaar voor het eerst naar Slovenië afgereisd. Na 5 dagen al zoveel moois gezien dat we het idee hebben hier al twee weken rond te rijden.
Een bezoek aan het clandestiene Partizanen hospitaal Franje staat nu ook op het lijstje ’te bezoeken’.
Wat ons betreft is Slovenië een aanrader.