Namibië, bij velen onbekend maar zeker niet onbemind. Het land mag met recht het pareltje van Afrika genoemd worden voor liefhebbers van natuur. In Namibië vind je onder andere één van de grootste wildparken van het continent, namelijk het Etosha National Park. Daarnaast vind je er ook de Namib-woestijn met daarin de Sossusvlei. En als dat niet genoeg is heb je ook nog de één na grootste canyon ter wereld, Fish River Canyon!
Het Etosha National Park in Namibië
Allereerst het Etosha NP, dit park is ongeveer net zo groot als Nederland en wordt gekenmerkt door een grote zoutpan die tweederde van de oppervlakte beslaat. Als je dan ook aan de rand van deze vlakte staat geeft dit je een surrealistisch gevoel. Je waant je een ontdekkingsreiziger die denkt dat de wereld plat is, want het einde van de wereld lijkt nabij. Doordat er geen enkele vegetatie is, strekt de pan zover als het oog reikt en zie je vele fatamorgana’s. Onwerkelijk dus, voor iemand die de hele dag alleen maar tegen flats en kantoorgebouwen aankijkt.
Schitterend om te zien, maar er leven ook vele dieren in park en dat is ook waar je naar op ‘jacht’ gaat in park. Gelukkig valt deze jacht mee in de periode van oktober / november. Het droogseizoen is dan aangebroken en de meeste dieren centreren zich dan rondom de weinige drinkplaatsen. Een makkie voor de toerist, maar niet zonder gevaren voor de dieren. Bij de eerste drinkplaats die ik aandeed, kwamen we een grote groep zebra’s en giraffen tegen. Deze doen er gerust een halfuur tot twee uur over voor ze daadwerkelijk gaan drinken. Reden hiervoor is dat met name giraffen hun benen helemaal moeten vouwen voor ze met hun hoofd bij het water kunnen. Mocht er dan onverhoopt toch nog een hongerige leeuw aan komen stuiven dan is de giraf nagenoeg verloren. Daarom verkennen ze de omgeving zeer nauwkeurig en blijven ze dat doen als enkele van de groep aan het drinken zijn. Het impliceert wel dat je als toerist engelengeduld moet hebben met je mooie fotocamera. Het spektakel van een aanstuivende leeuw heb ik niet mogen aanschouwen, maar het is toch de 12.000km reizen waard een giraf te zien drinken!
De giraffen hadden dus goed verkenningswerk gedaan, want er waren geen leeuwen in de buurt. Het was echter wel één van de redenen om naar Afrika af te reizen, om deze dieren in het wild te zien. Aangezien ik maar twee dagen in het park zou verblijven, zat de druk er behoorlijk op. Daar werd nog een schepje bovenop gedaan, doordat je rondom zessen het park uit moet zijn. Dus na vele drinkplaatsen aangedaan te hebben op de eerste dag, word je op een gegeven moment zelfs verwend na de zoveelste giraf, zebra, gnoe of antilope. Na mijn medereizigers en chauffeur tot waanzin gedreven te hebben, was het om 17:45 uur tijd om naar onze verblijfplaats af te reizen. Echter was er nog één drinkplaatsje op de route, en na al mijn overtuigingskracht in de strijd gegooid te hebben zijn we er toch naar toe gereden (voor een paar euro is veel mogelijk in Afrika).
Gelukkig werd het drammen beloond, want daar lagen een paar mooie mannetjes leeuwen te genieten van het zonnetje!! Niet veel later kwamen daar een paar leeuwinnen aan met een lekker vers stukje zebra. Geweldig om te zien, en grappig tevens ook. De leeuwen leven immers nog in een soort van middeleeuws huishouden, de vrouwen doen al het werk namelijk. Ik mocht daarentegen niet veel later, als man, het avondmaal voorbereiden, maar lag later wel lekker in mijn bedje met het gevoel Olympisch goud gewonnen te hebben.
Op naar het volgende pareltje: de Namibwoestijn
Na het schitterende Etosha National Park val je in het volgende pareltje als je van noord naar zuid reist in Namibië, de Namibwoestijn. Deze woestijn begint in het noorden min of meer direct als je het Etosha NP uitrijd en strekt zicht helemaal tot aan de grens met Zuid-Afrika. Voor het overgrote deel is deze woestijn nauwelijks begaanbaar door een gebrek aan water, maar een kleine strook die langs Atlantische Oceaan loopt is gelukkig wél te bewonderen. En laat dit nou net één van de mooiste plekjes op aarde zijn!
Het begaanbare deel is beter bekend als de Sossusvlei en hier vind je de immense rode zandduinen. De computernerds onder ons zullen deze wel kennen als de standaard desktop van Windows XP. Na een goede 10 uur zandhappen in de bus, waren wij daar ook eindelijk beland. Echter is het zoals in de meeste woestijnen niet bepaald koud en moesten wij de dag doorbrengen in het zwembad. De zandduinen in de Sossusvlei bezitten namelijk een zeer hoge concentratie van ijzer in het zand, dus om niet een menselijke BBQ te veranderen kan je er beter na 11 uur ’s ochtends niet meer vertonen.
Geheel uitgerust gingen we de volgende morgen om 5.00 uur er lekker op uit om de zonsopkomst vanaf Dune 45 te bewonderen. De duinen in de Sossusvlei hebben ieder een nummer en Dune 45 is de op één-na-hoogste en is één van de weinige die je mag beklimmen. Vol goede moed begon ik aan de 450 meter hoge klimtocht, maar de tocht naar boven is wel verraderlijk. Na een goed halfuur ploeteren in het mulle zand denk je bijna aan de top te staan, maar dan ben je pas op 1/3 van de klim!? Echter is een mooi plekje aan de top schaars en het uizicht is het meer dan waard dus het werd door buffelen.
Na een klein uur was ik eindelijk aan de top beland en de zon begon al een beetje op te komen. Op een gegeven moment was de zon half op en dan versmelt het landschap zich met de horizon. Door de oranje gloed van de zon en het oranje zand van de duinen veranderd je blik in een gigantische oranje smeltkroes. Een aanzicht die iedere Nederlander wel zal bevallen zou je zeggen.
Na vele oohh’s en ahh’s begin je toch wel te merken dat de zon zijn werk begint te doen en je voeten het wel behoorlijk warm beginnen te krijgen. Tijd om de terugtocht naar beneden in te zetten, en hoe kan dat mooier om je als een klein kind van een gigantische hoge duin af te laten rollen!
De zandduinen bij de Deadvlei
Met nog de geweldige blikken op je netvlies zit hiermee je bezoek aan de Namibwoestijn er nog niet op. Ietwat verderop ligt namelijk de Deadvlei. Dit is een vallei die om een zoutpan geconcentreerd ligt met daar omheen de karakteristieke zandduinen. Hier kan je tevens dé hoogste duin beklimmen, maar na Dune 45 en de hitte die steeds verder opliep liet ik even verstek gaan. Beneden blijven is ook zeker geen straf, want wandelend over de zoutpan geeft een onwerkelijk gevoel. Tegen 10.30 uur zijn de meeste toeristen vanwege de hitte alweer vertrokken, maar het loont zeker de moeite waard om de hitte even te trotseren. Het landschap wordt door de weinige menselijke activiteit bijna compleet desolaat. Je waant zowat in een sciencefiction film, waar je per ongeluk op een andere planeet bent gestuit. Spectaculair om in rond te wandelen en een kletsnat t-shirt meer dan waard. Maar op een gegeven werd het zoals de Afrikanen zeggen beer-o-clock, en waar dat beter te doen dan aan het rand van het zwembad?
De op één na grootste Canyon ter wereld: Fish River Canyon
De spectaculaire uitzichten van de Sossusvlei zaten nog volledig op het netvlies gebrand, echter was het inmiddels tijd geworden om de tocht voort te zetten naar het volgende hoogtepunt van Namibië. Bij velen niet bekend, maar toch echt de grootste na de Grand Canyon. Namelijk, Fish River Canyon. Deze canyon is eeuwen geleden geërodeerd door de Visrivier en kent in het regenseizoen een pietleutig riviertje.
Op enkele uren rijden van de Sossusvlei kwam ik aan op de rand van de canyon. Ondanks dat het zomer was, was er toch her en der water waar te nemen in de canyon. Dit maakte uitzicht er niet minder adembenemend op. In tegenstelling tot Grand Canyon kan je rustig op randje van de 550 meter diepe kloof wandelen en het hoofdje ook even over een randje steken om een foto te maken van de spectaculair diepe kloof. Uiteraard kon ik even niet nalaten.
Voor de sportievelingen onder ons is het mogelijk om een tocht naar beneden te maken, maar deze duurt wel vijf dagen. Voor mij was de tijd helaas beperkt en het is ook niet zonder gevaren. Tijdens mijn wandeling langs de rand werd het mij duidelijk dat er de nodige slangen leven die met veel sissend geluid hun territorium probeerden te bewaken. Gelukkig zijn mij slangenbeten bespaard gebleven en werd het wachten op de zonsondergang. Reden is dat op een bepaald moment de zon zich tussen de kloof lijkt te verschallen. Hiermee word de kloof geweldig verlicht en het gesteente in de kloof zorgde ervoor dat de kloof leek te fonkelen uit miljoenen diamanten!
Het licht zat nog in mijn ogen, maar het werd toch helaas tijd om via de West-Kaap (lees lekker veel wijn drinken) en Kaapstad, Namibië en dit geweldig prachtige continent te verlaten.