Als het om Parijs gaat, ben ik enigszins bevooroordeeld. Ik heb 4 jaar lang zeer nabij Parijs gewoond, heb er wekelijks mogen vertoeven. Sinds mijn vertrek merk ik nog altijd dat mijn liefde voor deze stad geen moment is verdwenen. Deze stad is ook niet samen te vatten in één reisverhaal. Parijs biedt wel duizend en één belevenissen en even zoveel inspiratie voor mooie reisverhalen. En elke keer als ik er weer kom, gaat mijn hart weer sneller kloppen. Parijs dus.
Over Parijs zelf zijn tal van blogs te vinden en vind je ze niet, dan zijn ze zeker nog te schrijven. Wat een stad. Ik wil jou in dit blog meenemen naar een bekend stukje Parijs: Montmattre. En toch neem ik je net iets anders mee dan de rechte weg die je van metrostation Anvers direct naar de Sacre Coeur leidt. Voor het gemak is dit station wel ons startpunt.
Als je van onder de grond weer boven komt, nodigt de Sacre Coeur je al uit om de weg van de minste weerstand naar boven te nemen. De straat in en met de lift naar boven. Laat je echter niet verleiden. Ik had jullie stiekem ook bij metrohalte Blanche kunnen laten uitstappen. Daar sta je direct oog in oog met de Moulin Rouge. Ik verzeker je echter dat het stukje lopen van Anvers naar Blanche al de moeite waard is. De dumpzaakjes en vele restaurantjes zien er net iets fijner. De erotische winkeltjes en peepshows geven een tegenstrijdig beeld met de heilige kerk op de top. Daarover zo meer.
Eenmaal bij de Moulin Rouge sla ik de weg naar boven in. Zo’n 50 meter verder komen we bij het inmiddels bekendste cafeetje van Parijs: Les Deux Moulins. In dit café werkte de schone jongedame Amélie, van de bekende film Le Fabuleux Destin d’Amelie Poulain. Stiekem ben ik op haar verliefd. Ze is mooi, ze is lief en tegelijkertijd ook schattig stout. Elke keer als ik er langs loopt, hoop ik haar te treffen. Tja, het is maar een film. Als we een stukje doorlopen en wat draaien en keren door de straatjes met veel groente-, fruit- en viswinkeltjes komen we plots op nummer 56 uit van de straat Rue de 3 frères. Op dit nummer is de groenteboer gevestigd waar Amélie in de film artisjok en 3 hazelnoten koopt. Een kleine vitrine biedt herinneringen aan de film. Deze is gevuld met o.a. krantenartikelen over deze door de film wereldberoemd geworden locatie.
Daarna loop ik weer een stukje terug en om via Rue Lepic helemaal naar boven te klauteren. Daar passeer je o.a. het huis voormalig huis van Vincent van Gogh en zijn broer, met een ommetje het borstbeeld van Dalida en de weinig echte overgebleven molens van Montmattre Le Moulin de la Galette. Wie de straatjes verder door slentert komt uiteindelijk uit op het door Amélie gehate Place du Têrtre. Dit plein ken je beter als dé schilderswijk. Je staat dan tevens oog in oog met de Sacre Coeur. Wie het voorplein oploopt zal het plein herkennen van een enkel gesprekje van Amélie. Tevens tart ze haar lot door hier haar mysterieuze minnaar te observeren.
Met mooi weer is het zicht over Parijs magnifiek. De Eiffeltoren, Les Invalides, Centre Pompidou; alle bezienswaardigheden zijn aan te wijzen. En wie van kerken houdt, mag natuurlijk niet vergeten om binnen te gaan kijken in de Sacre Coeur.
Tip: let goed op je spullen!
Let met name op de directe route heel goed op je spullen. Kleine en grote raven liggen op de loer. Speel ook nooit balletje balletje. De man die speelt, is nooit alleen. Handlangers spelen mee en liggen op de loer. Ze geven je de beleving dat je altijd wint, totdat ze je intimideren om verder te spelen. Doe je dit niet, dan weten ze inmiddels wel hoeveel je in je portemonnee hebt zitten. Vanaf dat moment ben je op elke hoek een doelwit, net zolang ze hun geld terug hebben. Wie er verder niet om in gaat, heeft er ook geen last van. Je bent gewaarschuwd.