In Zuid-Tsjechië is de afgelopen vijftien jaar een vakantieoord ontstaan dat met z’n diversiteit aan voorzieningen zowel ’s zomers als ’s winters veel Tsjechische en internationale gasten trekt. Ook bij Nederlanders is Lipno populair: bij de jachthaven is zelfs een park van Landal GreenParks gevestigd. Maar hoe is dit moderne vakantieparadijs eigenlijk ontstaan?
Stuwmeer van Lipno
Lipno nad Vltavou (Lipno aan de Vltava) ligt in de heuvelachtige bossen van het Boheemse Woud, in het Tsjechisch: Šumava. Daar ontspringt de rivier de Vltava, die via Praag richting Duitsland stroomt en daar de Moldau heet. De bovenloop van de Vltava was altijd behoorlijk onstuimig en veroorzaakte regelmatig overstromingen. Daarom werd in 1955 begonnen met de aanleg van het stuwmeer van Lipno: Lipenská prehrada.
Voor de aanleg van het stuwmeer moesten wel huizen en andere infrastructuur worden opgeofferd. In totaal werden 27 dorpjes verzwolgen door het water. Sommige Tsjechen zeggen dat je nog steeds kunt duiken naar een kerktoren, anderen noemen dat een fabeltje. Een overblijfsel uit de tijd van voor het stuwmeer dat voor iedereen duidelijk te zien is, is het eiland in het Lipnomeer: dat was vroeger een heuvel. Het stuwmeer van Lipno maakte overigens niet alleen een einde aan de overstromingen, maar bood ook de mogelijkheid om energie op te wekken met een waterkrachtcentrale.
De eerste huizen
De eerste huizen die in Lipno werden neergezet, waren voor de arbeiders die aan de dam werkten. Al gauw werden aan het meer, dat 44 kilometer lang is en een wisselende breedte van 7 tot 16 meter heeft, ook de eerste vakantiehuizen gebouwd. Eerst kwamen arbeiders van Tsjechische staatsbedrijven hier vakantie vieren. Toeristen uit Oost-Duitsland en andere Oostbloklanden volgden, en dus kwamen er steeds meer accommodaties bij. Zo groeide het grootste kunstmatige meer van Tsjechië uit tot een water- en wintersportgebied.
Intussen was de zuidoever voor iedereen verboden terrein. Het was een bufferzone om te voorkomen dat Tsjechen aan hun communistische regime zouden ontsnappen door over te lopen naar Oostenrijk. Veel mensen probeerden het toch. Maar wie in het bos op de zuidoever van het Lipnomeer werd aangetroffen, werd ter plekke neergeschoten.
Einde IJzeren Gordijn
De val van de Berlijnse muur in 1989 maakte hier gelukkig een einde aan. Enige voordeel van het voormalige niemandsland was dat de natuur aan de zuidkant van het meer nagenoeg ongerept was gebleven. Dat willen de Tsjechen zo houden: tegenwoordig is het beschermd natuurgebied.
Van al die mooie natuur konden nu ook toeristen uit Westen komen genieten. Na gasten uit het nabijgelegen Oostenrijk en Duitsland volgden al gauw – en in groten getale – de Nederlanders. Maar tegenwoordig is het niet meer zoals een paar jaar geleden, toen je hier echt overal Nederlands hoorde. Want ook de Tsjechen hebben Lipno ontdekt. Tegenwoordig is zo’n 85% van de gasten Tsjechisch. De overige 15% zijn gasten uit andere landen, waarvan Nederlanders 90% uitmaken.
Seizoen zonder einde
In het huidige Lipno staan enkele hotels, zo’n twintig restaurants, maar vooral veel appartementen. Die zijn vaak ruim genoeg om plaats te bieden aan families of groepen. Ook is er een camping met kampeerplekken, huurtenten, tipi’s en yurts. In totaal heeft het vakantieoord nu een capaciteit van 5000 bedden, op 500 vaste inwoners. In 2013 kwamen hier zo’n 430.000 overnachtende gasten en nog eens zoveel daggasten.
Die gasten komen hier het hele jaar door. Dankzij de vele voorzieningen is er in alle jaargetijden genoeg te doen en loopt het seizoen hier eigenlijk nooit ten einde. In de vakanties komen gezinnen met jonge kinderen hier om te leren skiën of zeilen. Voor veel 50-plussers is Lipno een aantrekkelijk uitgangspunt voor wandel- en fietstochten. Buiten de vakanties komen hier veel groepen, bijvoorbeeld voor schoolreisjes en bedrijfsuitjes. Stil is het dus eigenlijk nooit in Lipno – behalve natuurlijk als je het uitgestrekte meer op vaart of de dichtbegroeide bossen in trekt. Want daar is nog rust genoeg te vinden.