Ik reis al enige tijd met Isabelle door Thailand. Ik heb haar ontmoet tijdens mijn rondreis. Al pratend kwamen we er al snel achter dat we ons avontuur Thailand voor een groot deel samen konden gaan doen. Samen kunnen en durven we ineens veel meer. En zo geschiedde. Gaandeweg bedenken we al snel nieuwe ideeën. Laten we reizen naar Laos, bijvoorbeeld. Ons vertrekpunt voor die gedachte is Chiang Mai. Omdat het niet duurder is, boeken we de reis naar Laos via een lokaal agentschap aldaar. Het agentschap belooft ons: vervoer in een luxe tourbus, overnachting aan de grens met Laos, diner, ontbijt, lunchbox en de 2-daagse bootreis naar Luang Prabang. Ze kunnen ons ook helpen met het visum, dus dat scheelt een hoop tijd. Het busje komt ons (weliswaar met een Thais uurtje vertraging) netjes ophalen bij het hotel. We hebben echt geluk dat we de laatste zijn en netjes voorin kunnen zitten. Achterin zitten een stuk of 10 andere toeristen tussen de bagage gepropt. We komen aan bij het “guesthouse”, waar we onverwachts het sanitair moeten delen. Dit is voor ons op zich nog niet zo heel erg. Het doet een beetje denken aan kamperen. De kamers lijken echter een beetje op van die oude noodlokalen met hardboard wandjes. Als er 4 kamers verderop iemand een scheet laat, dan lig je te trillen in je bed om het nog maar niet te hebben over praten, lopen enzovoorts.
De bedden zijn erg hard, dus we slapen deze nacht niet goed. De volgende dag begint vermoeid, maar we hebben de oversteek voor de boeg. Hier begint ook het wonderlijke gebeuren rondom onze paspoorten. De avond ervoor moesten we ons paspoort afgeven bij het hotel (misschien wisten ze zo zeker dat we zouden blijven), deze krijgen we de volgende dag gelukkig weer terug inclusief een uitreis-stempel van Thailand. We kunnen dus de grens/rivier over naar de overkant, waar men ons opwacht voor het visum van Laos. Onze paspoorten moeten we hier weer inleveren. Dan volgt een proces van formulieren invullen, wachten, betalen, paspoort weer ophalen, nog meer invullen, paspoort afgeven voor check-in stempel, paspoort weer terug, onder de parasol door de grens over, paspoort laten zien, paspoort afgeven voor de bootreis en vervolgens weer uit de stapel op de tafel grissen.
Kussentje voor je kont
Yes, we made it to Laos! En hebben nog steeds ons eigen paspoort! Daarna begint de bootreis. We hebben ons goed voorbereid: er gaan verhalen over toeristen-veevervoer. We nemen in ieder geval goed te eten mee. Overal worden kussentjes verkocht met de tekst “save your buttocks”. Geen overbodige luxe. Ik heb zelf echter al een kussensloop volgestopt met kleding (die komt mij later nog van pas). De bakjes zijn gemaakt van 20 centimeter brede balkjes. Nu heb ik niet zulke dikke billen, maar dit is zelfs voor mij te smal. Weer goed voorbereid, ga ik voorin op de grond zitten en Isabelle op het bankje. Wij kunnen in elk geval elkaar afwisselen. Onderweg komen er steeds meer mensen op de boot. Ik gok op wel meer dan 100! Ondertussen laat de zon het afweten en zorgt de wind en het water dat de lucht koud is. Het is ineens kiezen tussen kou leiden of zacht zitten, maar ik heb in ieder geval nog die keuze. Tegelijkertijd probeer ik toch veel te genieten. En terecht. Het landschap is mysterieus en erg mooi.
Chaotische aankomst na een vermoeiende boottocht
Na 7 uur varen en een harde kont, zijn we wel klaar met de tocht. Tegen de avond komen we aan bij onze overnachting in Pak Beng. Deze aankomst is wel te beschrijven als “niet leuk”. Onze boot komt als een van de laatste aan in Pak Beng en heeft niet meer voldoende plaats om aan te meren bij een trap. De boot legt daarom aan bij een grote rots, waarop een groot aantal locals ons staan op te wachten voor guesthouses en andere verkoopkansjes. We liggen nog niet vast of er komen allemaal kleine jongetjes op de boot die aan onze tassen beginnen te trekken. Die willen natuurlijk iets bijverdienen. Omdat het donker wordt, geeft het ons toch een onveilig gevoel. Gelukkig heb ik mijn zaklamp in de handbagage.
We moeten overstappen via een vlonder naar de rots. Toen een van de eerste meisjes uitgleed en viel, brak er lichte paniek uit op de boot. We besluiten dan ook maar uit te stappen, terwijl de rest van onze bagage nog in het ruim ligt. Dit uitstappen schiet echter voor geen meter op, want de helft van de mensen willen niet weg zonder bagage. Ondertussen blijft de andere helft onderaan de rots wachten, terwijl een groot aantal locals hier schreeuwend tussendoor loopt.
Isabelle heeft nogal wat apparatuur bij zich voor fotografie dus het komt aan op echt teamwork. Isabelle besluit met een andere Nederlandse jongen terug te gaan naar de boot gewapend met mijn hoofdzaklamp. Ik bewaak onze handbagage. Na een paar minuten zie ik Johan. Hij zegt zei alles te hebben gevonden… behalve mijn tas. Dan begin ik toch ook wel licht te stressen. Gelukkig hoor ik al snel: “Leo ik ben hier, met je tas!” Nu maar snel naar ons guesthouse. Op de foto ziet het er allemaal correct uit, maar in werkelijkheid lijkt het nergens op. Kieren in de houten muren, elektrische bedrading die los hangt, vieze bedden, een toilet vol mieren, een douche waarbij er meer water uit de leidingen komt dan uit de douche zelf, kortom: ik ben blij dat ik niet alleen ben en dat we er samen nog om kunnen lachen.
De lach komt helemaal terug met Luang Prabang in zicht
We proberen met kleren aan in de lakenzak onder de klamboe toch wat rust te krijgen en zijn blij dat we een dag later weer op de boot kunnen. Gelukkig hebben we de tweede dag een boot met iets meer ruimte, maar het is die dag nog kouder. Ik ontdek dat mensen echt de meest rare dingen bedenken om het warm te krijgen. Handdoeken, slaapzakken, plastic zakken, sokken om handen, broeken om nekken, sjaals, hoedjes; je kan het zo gek niet bedenken. Het leuke is dat, omdat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten (ironische woordspeling), er wel een soort groepsgevoel ontstaat. Iedereen praat met elkaar, ik geeft spontaan een steples op 10 cm2 aan een Nederlandse jongen die het ook koud heeft. De lach is helemaal terug. Gelukkig schijnt na dit avontuur het zonnetje weer in Luang Prabang, een schitterend stadje met prachtige gebouwen uit de Franse koloniale tijd. Ik kan een beetje Frans praten en het eten is hier heerlijk. We komen langzaam weer een beetje bij en genieten er extra van.
There’s a rat in me kitchen, so what you gonna do?
Na een avondje heerlijk eten in Luang Prabang komen Isabelle en ik terug op de kamer. Isabelle ziet keuteltjes op haar bed liggen. Wanneer ze een kussen aan de kant schuift, schiet er iets achter het bed. Een rat. Reden om aan te kloppen bij de receptie. Deze is inmiddels al omgebouwd tot leefruimte van de eigenaren. De halve familie ligt al onder de klamboe te slapen. De “Security Boy” komt toch maar even achter de TV vandaan om ons te helpen. Een interessante discussie volgt:
Security Boy: “Yes?”
Isabelle: “There is a rat in our room!”
Security Boy: “Ok!”
Isabelle: “No that is not ok, we can’t sleep with a rat in our room!”.
Security Boy “Ok, I will kill it. Where is he?” Isabelle wees achter het bed en hij begon driftig Léonie: “Do you actually know what a rat is?”
Security Boy : “ Yes!”
De rat schiet van de ene naar de andere kant van de kamer. De Security Boy schrikt op en zegt “Oh, it’s a mouse!”. “No!”, roepen Isabelle en ik in koor “it’s a rat!”. Isa voegt nog even toe dat wij dit beest niet in onze kamer willen en dat we zo niet kunnen slapen. Je weet maar nooit. Na een tijdje verder speuren waar het beest nu zit, zie ik iets langs mijn voeten naar buiten schieten en geef ik een klein gilletje. “Eh, eh”, zegt de Security Boy: “You were scared, no?” Moet jij nodig zeggen grote held. Voor de rest van het verblijf hebben we dus maar een grote handdoek voor de kier onder de deur gelegd. Gelukkig is het bij dit beest gebleven.
De pracht van Luang Prabang wint van alle chaos
De tijd vliegt om in Luang Prabang en als je vraagt wat we gedaan hebben, dan zou ik het niet kunnen zeggen. Een poging dan: het leven is er erg relaxed, alles neemt zijn tijd en daardoor lijkt het alsof de tijd stilstaat. Beetje lopen, winkeltjes kijken, lezen, internetten, shoppen, avondmarkten bezoeken, sapje drinken, heerlijk eten, tempels bekijken en voor je het weet zijn de dagen om. De laatste dag gaan we naar supermooie grotten waar wel duizenden Boeddhabeelden staan. Heel indrukwekkend. Hier neem ik afscheid van Isabelle, want voor mij zit het erop.