Na een vermoeiende busreis van 7 uur (lees: geen airco en amper kont- en beenruimte) kwamen we eindelijk aan in Pangandaran, een niet al te groot vissersdorpje. Het was eigenlijk de bedoeling om hier maar twee nachten te blijven, maar dit zijn er uiteindelijk vier geworden.
Omdat we tijdens de Ramadam in Pangandaran zaten, was het qua toerisme rustig. Ook het nachtleven was erg stil. De eerste dag zijn we de markt (pasar) opgegaan om wandelschoenen te scoren voor onze jungle tour de volgende dag. Want naast een prachtig strand, kun je in Pangandaran ook een hele mooie jungle tour en naar de Green Canyon!
De jungle tour
GE-WEL-DIGE ervaring!!! De jungle tour De Makak apen leven hier in grote en kleine groepjes en zijn totaal niet bang voor de mens. Je hoeft maar met je tas te ritselen en hun pakken het eten er zelf wel uit. Moeders met de baby’s om hun buik (aan de tepel vast) en het maakt niet uit of de baby zijn hele kop wilt draaien, want de tepel van mama wordt gewoon mee getrokken (ik denk dat we ze hebben gezien met een lengte van 10 tot 15cm!!).
Volgens onze guide hadden we dé perfecte dag uitgekozen, want alle dieren hebben hun gezicht laten zien! Toekhans, herten, apen, hagedissen, vleermuizen, stekelvarkens en meneer de schorpioen. Zelfs de mooie Riflesha (bloem die maar drie dagen op z’n mooist is) heeft zijn kleuren laten zien.
Tijdens de tour ben je op weg naar een uit de natuur ontstaan zwembad (althans, zo noem ik het voor het gemak), op zo’n 40 meter hoogte met uitkijk op de Indische Oceaan. Ik denk dat jullie zelf wel kunnen invullen hoe mooi dit is/was!
Touren met de brommer door de binnenlanden van Pangandaran
We zijn met de brommer door de binnenlanden gaan touren. We hebben echt de mooiste dorpjes gezien met de meest lieve mensen. Van iedereen die je tegenkwam kreeg je een grote glimlach en alle kinderen keken vol verwachting in de hoop dat je even “hello” zou zeggen, zodat ze dat terug konden zeggen.
We hebben diverse stops gemaakt waarbij werd uitgelegd welke planten of bomen we zagen en waar het voor gebruikt werd. Zo zijn we bij een kokosnootboerderij geweest, waar ze nogmaals lieten zien dat de kokosnoot tot echt het allerlaatste vezeltje wordt gebruikt om producten van te maken. Echt mooi om te zien dat ze hier nog zoveel gebruik maken van natuurproducten. Elke plant of boom heeft wel een functie. Na de kokosnoten zijn we naar een Wayang poppenmaker gegaan. Tikkeltje commercieel, maar ach..het was een mooi verhaal en de poppen waren echt geweldig mooi. Wel een tikkeltje aan de prijzige kant!
De Cujang Taneuh, beter bekend als de Green Canyon
De Green Canyon is in één woord..WAUW!!! We zijn met een bootje door het oerwoud geslingerd, waarna we bij de Green Canyon zijn aangekomen. Echt heel mooi!! Hoge rotsen, zwaar begroeid met allerlei groen, mooi (groen van kleur) water en spectaculaire lichtinval en benedenwaarts druppelend water.
Het is gewoon niet te beschrijven hoe mooi. We hebben het laatste stuk gezwommen. Tegen de stroom in, over rotsen klimmend kwamen de meest prachtig plaatjes voorbij. Jammer genoeg hadden we hier geen camera bij ons. Toen we terug zwommen zijn we nog even op een rots geklommen en van circa tien meter hoog naar beneden gesprongen. Na met het bootje weer afgezet te zijn op de kade, zijn we weer op onze brommertjes teruggereden, om nog langs een schildpaddenfarm te gaan.
Tip!
De duiven-race
De nationale volkssport van Pangandaran is de duiven-race. Echt een aanrader om zo’n evenement te bezoeken als je Pangandaran aandoet tijdens je reis!
Ik betrapte mezelf erop dat ik ALLES hier op Pangandaran zo mooi vind aan de mensen. De mensen hier staan met elkaar in verbinding. Ze hebben elkaar op alle manieren nodig om te overleven. Daaruit ontstaat een eenheid en dat is fijn om te zien en te voelen. Ze geloven niet alleen in god, maar ook in het leven. Ze leven (voor ons als eerste indruk) in armoede, maar zo zie ik dat niet meer. Deze mensen zijn eigenlijk schatrijk!