Plat is het Engelse platteland niet, om maar eens een cliché te bezigen, merk ik als ik de zoveelste heuvel opklim in het nationale park waar ooit de Britse Koninklijke familie jaagde. Ik loop een stukje van het West Somerset Coastal Path, een in het totaal 40 kilometer lange wandeling die hier langs een kust van kliffen en uitgestrekte kiezelstranden voert. Een kudde geiten wandelt moeiteloos over een fel groene helling die onder een hoek van minder dan 45 graden naar een opvallend blauwe zee voert. In de verte een breed kiezelstrand en een haven. Ik heb die middag geluk gehad en een kleine kudde Exmoorpony’s gezien, naast het Przewalskypaard één van de laatste rassen van wilde oerpony’s. Helemaal wild zijn de pony’s trouwens niet; ze worden zorgvuldig gemonitord en de raszuiverheid wordt nauwlettend bewaakt.
Het Engelse Nationale Park Exmoor ligt aan de westzijde van Engeland en wordt door het kanaal van Bristol gescheiden van het ten noorden ervan gelegen Wales. Het park, dat vooral heidegebied en bos omvat, is geen verder verlaten natuurgebied, zoals dat bij nationale parken in de VS en elders het geval is. Het is een levend gebied: er zijn dorpen, wat landerijen, boerderijen, haventjes en er is zelfs een spoorweg. Die spoorweg, met stoomtreinen, historische diesellocomotieven en klassieke rijtuigen, maakt ook deel uit van het erfgoed.
Dunster
Exmoor bevat een aantal charmante dorpjes met typisch Engelse cottages met veel groen en bloemen in zorgvuldig georkestreerde wildheid rond de gevels. Dunster is een dergelijk dorp. Vanaf de Yarn Market, een uit 1609 stammende achthoekige overkapping waaronder wol werd verhandeld, is het een kleine wandeling naar West Street, waar enkele van meest kleurrijke voorbeelden te vinden zijn. De St. George’s Parish Church is een charmant kerkgebouw, met details als graven van kruisvaarders, glas in lood ramen waar de gulle gever in de bijbelse setting wordt weergegeven en een aparte kapel voor de adellijke Luttrell familie die jarenlang over de streek heerste. Een charmant oud vrouwtje verhaalt over de dorpsintriges als ik over de fraaie tegelvloer wandel. De kerk is een centrum voor activiteiten en geeft de oplettende beschouwer een goed gevoel van het huidige dorpsleven: er zijn talloze stalletjes met informatie over de hulp aan armen en ontwikkelingslanden, er zijn schappen met tweedehands boeken waarvan de opbrengst ten goede komt aan de kerk en tafeltjes waarop soms thee wordt geserveerd.
Achter de kerk is een fraaie tuin die leidt naar het Dovecot –duivenkot-, een rond gebouwtje gemaakt om duiven te huisvesten. Niet voor de sport of voor de sier, maar voor consumptie. Een paar cottages verder ligt het pad naar de Gallox brug uit de 15e eeuw, oorspronkelijk bedoeld voor pakpaarden en herkenbaar aan de lage relingen bedoeld om de manden niet te hinderen. Vlak bij de brug een nog werkende watermolen en het pad dat leidt naar het Kasteel van de Luttrells, nu een museum dat een mooie indruk geeft van de elegante weelde waarin de adel leefde. De inrichting is deels bevroren in 1976, toen het huis nationaal erfgoed werd, en deels gereconstrueerd in negentiende eeuwse stijl.
Dorpen en kerken
Antony, de eigenaar van het Yarn Market Hotel in Dunster, laat me meer van de streek zien. We rijden een poosje over typisch Engelse landweggetjes, een auto breed en geflankeerd door manshoge hagen, die af en toe wijken voor een zicht op glooiende heuvels en fraaie dorpjes. We stoppen in het iets van de weg afgelegen Selworthy, met een mooi gelegen wit kerkje en bijna sprookjesachtige cottages met ronde schoorstenen. ‘Die vorm is typisch voor de streek, de stenen hier waren niet eenvoudig tot een rechthoek te hakken’, aldus Antony ‘en de ronde uitstekende vorm naast de schoorsteen is de broodoven’.
Even verder ligt Allerford, met zijn natuurstenen brug bedoeld voor pakpaarden en een museum met een enorm uitstalling aan gebruiksvoorwerpen uit verschillende tijdperken De nadruk ligt op de Victoriaanse tijd. Het klaslokaal uit dat tijdperk geeft een leuk inzicht in de tijd dat kinderen niet gepamperd werden en tucht nog met een stuk riet werd bevorderd.
Als we de kust naderen komen we door Porlock, waar de schoorstenen recht zijn en de huizen ongepleisterd. Een boerderij dubbelt als paardrijcentrum, valkerij, herberg en partycentrum, net zoals het postkantoor in een dorp eerder ook bank, gemakswinkel en sigarenzaak is. Charmante veelzijdigheid, die hier gezien de schaalgrootte een noodzaak is, maar net als de kerk in Dunster geeft het een gezicht aan een kleine gemeenschap. In de gevel van het postkantoor een rode postbus met de letters VR: Victoria Regina. Uit de tijd van koningin Victoria dus: van voor 1901.
Droogvallende havens
Porlock heeft een zusterdorp aan zee: Porlock Weir. Behalve een vissersmuseum, dat door een particulier is opgezet is dit verstilde kustplaatsje ook een paar fraaie cottages rijk en een grote sluisdeur, die het mogelijk moest maken om het water binnen te houden tijdens laagtij, dat hier zo’n tien meter verschilt met hoogtij. De deur staat open en de bootjes zijn gestrand.
Vergeleken met Porlock Weir is Lynmouth, met veel terrasjes en horeca toeristisch vrij ontwikkeld. In 1952 vond hier een ramp plaats. De twee rivieren die hier samenkwamen werden geblokkeerd door een dam gevormd door puin en boomstammen die door extreem weer in de rivieren terecht waren gekomen. Toen de dam brak ontstond een vloedgolf die 32 doden tot gevolg had. Een museum vertelt het verhaal. Ook hier is de haven drooggevallen. Een bijzonder gezicht al die boten op het droge.
Kabelspoorweg op waterkracht
Vanuit Lynmouth voert de zogenaamde Cliff Railway naar het erboven gelegen Lynton. Aangedreven door waterkracht is de leuze, al is het de zwaartekracht die het eigenlijke werk doet. De twee wagons van het op een helling van zo’n 45 graden gelegen kabelspoorbaantje hebben watertanks met een inhoud van 2600 liter. De tank onder de bovenste wagon wordt gevuld met water. Vervolgens wordt water uit de uit de tank van het onderste wagonnetje geloosd tot het gewichtsverschil, inclusief dat van de passagiers, zodanig is dat de zwaartekracht zijn werk kan doen. Ingenieus en charmant.
De West Somerset Railway
Een andere spoorlijn is het toeristische kroonjuweel van de streek. De West Somerset Railway is een erfgoed dat grotendeels wordt grotendeels gerund door enthousiaste vrijwilligers die eigenlijk op ware schaal ‘met treintjes spelen’. Maar dan serieus en met passie. Het 36 kilometer lange traject langs tien stations wordt bereden met stoomlocomotieven en historische rijtuigen. De stations zijn gerestaureerd en getooid met oude reclameborden. Je koopt een klassiek kartonnen treinkaartje en puft in stijl langs stations met klassieke seinwachtershuisjes, divers oud materieel, en beige geverfde houten stationsgebouwen. Er zijn een paar musea met materieel en uitleg over de geschiedenis en werking van de spoorlijn en je kunt uitstappen en wandelingen maken die je weer terugvoeren naar een station voor een vervolg.
Praktisch
Exmoor is gemakkelijk te bereiken via Bristol, of per bus of trein in een paar uur vanuit Londen of andere grote steden in Zuid Engeland. Hotels, restaurants, pubs zijn er genoeg te vinden, verwacht echter geen levendig nachtleven. De atmosfeer is landelijk en de rust navenant. Het is echter een mooi gebied voor sightseeing, fietsen en wandelen. En wil je meer dan is de combinatie met een stedentrip naar Bristol een aanrader. Hou je van lezen zorg dan dat je wat ruimte in je koffer overhoudt. Kerken en musea, maar ook de West Somerset Railway worden deels gefinancierd door de verkoop van tweedehandsboeken. Voor een habbekrats koop je hier werken van alle bekende bestsellerauteurs.
Voor meer foto’s: mijn Exmoor album
Voor meer info: The Cliff Railway en The West Somerset Railway.
Mede mogelijk gemaakt door: Yarn Market Hotel.
Dunster – Landschap bij Dunster Castle
2 reacties
Mooi !!! UK staat wel op mijn lijstje met een * en in de voetnoot “* Mits het mooi weer is”. Deze foto’s laten zien dat het dus wel kan 🙂 Hoop snel eens die kant op te gaan.
Exmoor heeft door de ligging beter weer (minder regen) dan gebruikelijk in UK. Bristol is ook leuk (Brunel) en voor iets meer dan 100 euro vlieg je er heen.