De aankomst in de ene stad is alsof je in een warm bad terecht komt, bij de andere denk je wat doe ik hier in godsnaam. Het hoort erbij maar met wat voorbereiding en informatie over de verschillende steden die Sri Lanka te bieden heeft, moet je een heel eind kunnen komen. Ik heb met mijn zusje voornamelijk het midden en zuiden van Sri Lanka verkend. Het noorden is prachtig en authentiek, alleen een stukje verder reizen. Als je genoeg tijd hebt, zou ik het zeker niet overslaan. De route die wij gedaan hebben is: Negombo, Sigiriya, Kandy, Ella, Arugam Bay, Tissa, Tangalle, Mirissa, Weligama, Galle, Unawatuna, Hikkaduwa, Kosgoda en als laatste Colombo.
Negombo
Negombo is echt een doorreisstad. Het bestaat uit één hoofdweg met aan het uiteinde een centrum. Dat centrum stelt niet meer voor dan de hoofdstraat zelf. We sliepen in A&B Resort Negombo (niet meer dan een kamertje met een bed) tegenover drie grote resorts met zwembad. Voor ongeveer €4 mag je daar een hele dag gebruik maken van het zwembad en de handdoeken.
Sigiriya
Gelukkig konden we snel doorreizen uit het stoffige Negombo, naar Sigirya waar de Lions Rock en de Pidurangala Rock gelegen zijn. Na een heerlijke pompoencurry in het gezelschap van wat apen en een olifant zijn we de Pidurangala Rock opgegaan. Deze hike is lichter en 28x zo goedkoop als de Lions Rock. Het uitzicht is mooier dan op de Lions Rock want je hoeft geen wetenschapper te zijn om te snappen dat als je op de Lions Rock staat, je de rots zelf niet kunt bewonderen.
Kandy
Kandy is de grootste stad die we bezocht hebben. Het centrum is vreselijk maar de bezienswaardigheden prachtig! De Masala Dosa bij Balaji Dosai is het lekkerste hoofdgerecht wat ik in heel Sri Lanka opheb (en maar €1,50). Bezoek de witte buddha, het Kandy Lake en de botanische tuinen als je er lekker even tussenuit wil.
Ella
Ik heb er geen woorden voor hoe fijn Ella was. Een straat met gezellige restaurantjes, barretjes, lichtjes en live gitaarmuziek. Dit oord ligt midden in de bergen en is daarom perfect voor de hikes naar Ella Rock, Little Adam’s Peak en Adam’s Peak. Een bezoek aan de Rawena Waterfalls vond ik het gaafste in Ella. Je kunt er zwemmen in smeltwater tussen de Sri Lankanen die daar dagelijks een douche nemen. Tuktuks ernaartoe vragen de hoofdprijs, de bus is daarentegen schrikbarend goedkoop (en makkelijk). Tegenover de waterval stond deze grote groep schoolkinderen die een selfie met ons wilden maken.
Arugam Bay
Een alternatief surfersdorpje is denk ik de beste omschrijving voor Arugam Bay. Het is een walhalla voor veel hippies en de sfeer is daarom relaxt. De restaurantjes vielen ons een beetje tegen hier. A’Bay staat bekend als surfdorpje, maar is inmiddels zo bekend dat er in iedere golf 15 surfers in je nek hangen. Ga daarom vroeg in de ochtend, dan ligt het hele dorp nog uit te slapen van de feestjes van de vorige avond.
Tissa
Het stadje zelf is absoluut niet toeristisch en daarom is het tof om toch even het centrum in te gaan. Zoek een accommodatie die fietsen heeft en maak een klein tourtje langs de rivier, de tempels en het centrum zelf. Toeristen zitten hier namelijk enkel voor de safari’s naar Yala en Udawalawe en vertrekken de volgende dag vaak weer.
Tangalle
Dit dorpje heeft een prachtig strand, maar veel meer ook niet. Heerlijk om een dagje uit te rusten en met je tenen in het zeewater een curry naar binnen te werken, maar daarna is het weer tijd om te gaan.
Mirissa
Het internet ontploft met meldingen dat hier alles platgegooid zou zijn. Daar is niets van waar. Nergens hebben ze knussere strandtentjes dan hier en bovendien kun je er de Coconut Palm Hill bewonderen! Om de ervaring compleet te maken kun je bij veel hostels een yogales op het strand met de ondergaande zon nemen. Vanuit Mirissa kun je met de bus naar Weligama, waar je echt fantastisch kunt surfen. Een les nemen bij een sportieve Sri Lankaan of de hele dag een board huren voor €4, het kan allemaal. En het belangrijkste: veel ruimte, goede golven en weinig mensen!
Galle
Dit stadje is grotendeels een fort dat gebouwd is in de tijd dat Nederland Galle als handelsstad gebruikte. Binnen de stadsmuren zitten heerlijke restaurantjes en veel souvenirwinkels. Een middag om het fort te verkennen is voldoende, maar als je alle restaurants af wil vinken, heb je iets langer de tijd nodig. Met de bus ben je binnen een kwartier in Unawatuna. Hier ligt een prachtig strand met langs de strandweg een hoop gezellige kledingwinkeltjes waar voornamelijk vrouwen werken. In Unawatuna kun je voor 500 roepies aan een liaan aan een palmboom slingeren. Een heerlijke ervaring om boven de zee te zweven en daarnaast levert het prachtige plaatjes op.
Hikkaduwa
Hikkaduwa is een rustig kustplaatsje met goede restaurantjes. Aan de rechterkant van het Citrus Hotel kun je kleine haaien en zeeschildpadden spotten. Dat zijn dezelfde haaien die ’s avonds bij Dolphins Café op je bord verschijnen (haai is echt ontzettend lekker kwam ik achter). Vanuit Hikkaduwa kun je de bus naar Kosgoda pakken waar een schildpaddenreservaat zit. Ze verzorgen er schildpadden tot ze sterk genoeg zijn om de zee in te gaan. Ze voorkomen dat babyschildpadden sterven van vervuiling en plastic in zee waardoor de kans op uitsterven kleiner wordt. Het grootste gedeelte van de entree gaat dus ook naar de verzorging van de schildpadden.