Oneindig prachtig groene landschappen, omringd door bergen, gevuld met palmbomen en mooie oases. Kleine dorpjes met houten huisjes op palen, met daaronder een hangmat waarin een wiegende moeder met haar baby op d’r buik ligt. Een en al familieliefde die je hier voelt. Ik heb het hier over het prachtige Cambodja.
Cambodja heeft daarentegen ook gigantisch grote steden. Maar juist daarbuiten, daar is het zo mooi. Dat is de plek waar de bevolking heel langzaam de lust van het leven weer terug vindt. Tijdens de busreis van Koh Chang naar de Cambodjaanse hoofdstad Phnom Penh werden wij overspoeld met dit speciale gevoel.
Ontroering in Phnom Penh
Nog niet eens zo heel lang geleden was Phnom Penh nog een spookstad. Letterlijk en figuurlijk. In de periode tussen 1975 en 1979 was Cambodja in de greep van Pol Pot, die het land meedogenloos en met harde hand regeerde. In Cambodja heerste grote chaos, nadat de Vietnamoorlog en de invloed van de Amerikaanse bombardementen het land had verscheurd. Hierdoor kon de Rode Khmer, onder leiding van Pol Pot ongehinderd aan de macht komen.
In de jaren die volgden ging Cambodja gebukt onder onvoorstelbaar veel ellende. Het schrikbewind van Pot zorgde ervoor dat iedere Cambodjaan gedwongen werd als boer te werken op het ‘land’. Alle inwoners van Phnom Penh werden uit hun woning gezet en op straat gegooid. Alle bezittingen moesten worden achtergelaten. Mannen werden gescheiden van hun vrouwen. Alle 1,7 miljoen inwoners van Phnom Penh moesten gedwongen op het land werken.
Praten mocht niet, geld kregen ze niet, geloof was verboden en contact met familie en vrienden was uit den boze. Werkdagen van 12 tot 14 uur zonder nauwelijks iets te eten of drinken was het nieuwe bestaan van de Cambodjanen. Intellectuelen werden gezien als een gevaar, en werden zonder pardon vermoord. Ook uiterlijke kenmerken van een intellectueel werden genadeloos afgestrat. Met andere woorden, het dragen van een bril kon al jouw dood betekenen.
De Cambodjanen werden uitgehongerd en gemarteld. Overleefde je alle martelpraktijken, dan werd je onder valse voorwendselen gedeporteerd naar de zogeheten ‘Killing Fields’. Hier werden mannen, vrouwen en babys op gruwelijke wijze vermoord. Een verschrikkelijke periode die niet alleen miljoenen mensen het leven heeft gekost, maar waar de littekens nog steeds zichtbaar van zijn. Zelfs anno 2015 nog.
We werden verdrietig na het zien en horen van al deze gruwelverhalen. Waarom deed iemand deze hartverwarmende en vriendelijke mensen zoveel leed aan? We konden er met ons verstand niet bij. Ziekmakende politieke belangen. Gelukkig hebben de Cambodjanen de draad weer weten op te pakken na al deze ellende.
Historisch Siem Reap
Ben je in Cambodja, dan mag je een bezoek aan de tempel Angkor Wat niet overslaan. Dit is namelijk één van de belangrijkste overblijfselen van het Khmer-tijdperk en wordt vandaag de dag beschouwd als het grootste religieuze bouwwerk in de wereld. Deze bijzondere tempel werd tussen 1113 en 1145 gebouwd.
Rondom de Angkor Wat zijn meerdere tempelcomplexen gebouwd door verschillende koningen uit de geschiedenis van het land. Een daarvan is de Ta Prohm, bekend uit de Tomb Raider film. Wij vonden de Ta Prohm vooral mooi vanwege de wildernis waarin het ligt. Het is wel een vervallen tempel, met grote brokstukken en bomen die de tempel als het ware verzwolgen hebben. De ene tempel moest de andere overtreffen, maar geloof me als ik zeg dat er geen eentje zo indrukwekkend is als de in 1860 door de Fransen ontdekte Angkor Wat zelf. Erg indrukwekkend!
Village on stelts, Kompong Phluk
Vanuit Siem Reap hebben wij een trip geboekt naar Kompong Phluk, ook wel ‘The Floating City’ genoemd. Kompong Phluk is een dorpje dat bij het grootste meer van Azië ligt, de Tonlé Sapmeer (ook wel Tonlé Sap genoemd). Tijdens het regenseizoen kan het meer wel vier keer zo groot worden, doordat het water dan tot acht meter hoogte kan stijgen. Tijdens het regenseizoen kun je enkel de toppen van de bomen zien, waardoor dit ook wel ‘The Floating Forrest’ wordt genoemd.
Wij zaten er midden in het droogseizoen, dus de waterstand was laag, waardoor je goed de vele huisjes op de houten palen kon zien. Het leek wel of de tijd hier stil heeft gestaan. Er is geen elektriciteit, kinderen lopen hier rond in hun blote kont en alles wat de mensen hier nodig hebben, halen ze rechtstreeks uit de natuur. We hebben hier onder andere genoten van een prachtige zonsondergang. Daarna kwamen we in aanraking met een Australiër en zaten we met z’n drieën te kletsen over hoe mooi reizen nu eigenlijk is, want dat is het! Een mooie afsluiting van onze dag.
Battambang, een stad in opbouw
Onze volgende bestemming was Battambang. Battambang is een stad waar het toerisme langzaam op gang komt. In de stad zelf is vrij weinig te doen. Veel winkels en restaurants zijn er nog niet, waardoor de stad nog niet echt uitstraling had. Wellicht als je over drie jaar deze stad zou bezoeken dat alles er ineens heel anders uit zou zien. Een levendige stad, bomvol met hotels en uitgaansgelegenheden. De mogelijkheden zijn er, dus wie weet! Dit was namelijk ook het geval met Siem Reap, waar het toerisme ook pas jaren later aansloeg.
Wat Battambang wel heel speciaal maakt is haar omgeving. Zodra je de stad uitrijdt, kom je in het échte Cambodja terecht. Boerderijen langs de bergen, moeders die de was ophangen en vaders die hard zwoegen op het platteland. Deze route brengt je ook langs een iets minder mooie, maar zeer indrukwekkende plek: The Killing Cave. Dit waren grotten waar naar schatting 10.000 mensen op gruwelijke wijze zijn vermoord in de tijd van de Rode Khmer.
Uiteindelijk zijn we weer teruggereisd naar Phnom Penh. Vanuit Phnom Penh reizen we verder naar het zuiden van Cambodja. Hier zullen we dichterbij het strand zijn, en kunnen we even een paar dagen relaxen! Cambodja heeft ons hart geraakt met haar puurheid, wreedheid, liefde en kracht.
Wil je meer reisverhalen van Shirley lezen, neem dan is een kijkje op Shirley’s reisprofiel!